Tengu

Tengu, erflaters van de martiale traditie

Artikel Willem Neuteboom

Tengu zijn fabeldieren uit de Japanse mythologie, die er uitzien als half mens en half roofvogel. Ze worden ook wel afgebeeld als bergasceten, met een rode huid en een enorme fallusachtige neus. Meestal zijn ze gekleed in het kenmerkende priesterkostuum van de yamabushi met wijde broek en pompoenceintuur. Deze mystieke wezens wonen verscholen in dichte bossen en bergachtige streken. Ze worden beschouwd als Shinto kami, godheden met bovenaardse krachten en beschermers van de natuur.

Al vanaf de achtste eeuw worden tengu genoemd in de Japanse literatuur en in volksverhalen, waarin ze onder meer worden omschreven als voortreffelijke meesters in de krijgskunsten en als de verdedigers van vrijheid en soevereiniteit. Sommige tengu zijn leraren, die de traditie van de krijgskunst overdragen aan mensen. Volgens oude verhalen zijn enkele van de beste zwaardvechters van Japan door tengu opgeleid, waaronder de historische held Minamoto no Yoshitsune. De afbeelding boven is een kraai of karasu tengu met een getrokken zwaard, gebaseerd op een illustratie uit een manuscript van het Yoshin Ryu jujutsu.


Krijgsscholen en tengu
Een aantal oude Japanse martiale scholen claimen dat de oorsprong van hun principes en technieken toe te schrijven zijn aan de bovennatuurlijke inmenging van tengu. De herkomst en ontwikkeling van sommige scholen zijn vastgelegd in makimono of densho, familiemanuscripten in de vorm van rollen, waarin de leerstellingen, martiale technieken en strategie van de stijl zijn opgeschreven en geïllustreerd. In het boek van de martiale tradities van de Yagyu Shinkage Ryu, de Heiho Kadensho ofwel ‘het leven-gevende zwaard’, staan een aantal zwaardvormen beschreven met illustraties, die worden aangeduid als de tengu-sho. Het boek is geschreven in het begin van de zeventiende eeuw door Yagyu Tajima Munenori, de tweede grootmeester van de stijl.

Deze afbeelding uit de Heiho Kadensho van de Yagyu Shinkage Ryu toont een verdediging tegen twee tegenstanders op een smal pad.

 

Minamoto no Kuro Yoshitsune en de tengu van Kuramadera

De tempel van Kurama, gelegen in het noorden van Kyoto, heeft een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van de Japanse krijgskunst. In deze tempel, gewijd aan de oorlogsgod Bishamonten, is de zogenaamde ‘Kyoto stijl’ ontstaan. De Kyo Hachi Ryu, ‘de acht scholen van Kurama’ of ‘de acht scholen van het westen’, vindt hier vanaf de twaalfde eeuw haar oorsprong. Het verhaal gaat dat van oudsher de leiding van de tempel in handen is van een zwaardmeester en dat de tempel vele waardevolle manuscripten over zwaardtechnieken en Chinese oorlogsstrategie in eigendom heeft. De stichter van de Kyo Hachi Ryu is de legendarische Ki’ichi Hogen. Hij is een meester in de krijgskunst en gespecialiseerd in Chinese strategie en de geheime kennis van voorspelling en kosmologie. Feit is dat Hogen in Kuramadera acht priesters inwijdt in de geheimen van zijn kunst, waaronder de jonge Minamoto no Kuro Yoshitsune (1159-1189).

Op het einde van de Heian periode (794-1185) heerst er een felle machtsstrijd tussen de Minamoto en Taira clans. Nadat de vader van Yoshitsune is gedood tijdens een opstand, wordt hij met zijn moeder gevangen genomen door de rivaal Taira no Kiyomori. Het leven van Yoshitsune wordt gespaard onder de voorwaarde dat de jongen zich zal wijden aan het boeddhisme. Daartoe wordt hij naar Kuramadera gestuurd om zich voor te bereiden op het priesterschap. Ondanks het strenge toezicht lukt het hem om zich te bekwamen in de krijgskunst. Volgens de legende weet hij vaak weg te glippen van het tempelterrein en naar de bossen in de vallei te gaan, om de zwaardkunst te beoefenen onder leiding van een groep tengu. De belangrijkste tengu waar Yoshitsune les van krijgt is de O-tengu Sōjōbō, die is vernoemd naar zijn verblijfsplaats de Sōjōgadani vallei aan de voet van de berg Kurama.

Houtsnede afdruk gemaakt door Tsukioka Yoshitoshi (1839-1892). Op een open plek in het bos aan de voet van de berg Kurama krijgt Yoshitsune les in de zwaardkunst van Sōjōbō, de hanadaka tengu met de witte baard, die zijn leerling nauwlettend observeert en aanwijzingen geeft. Een tafereel in de nacht met volle maan, een waterval op de achtergrond en een wolk van bloesem blaadjes, waarin de jonge leerling een slag gegeven met een kersenbloesemtak ontwijkt. Ontdekt de symboliek.

 

Het episch gedicht de Heike Monogatari, waarin de strijd tussen de Taira en Minamoto wordt beschreven, stelt dat deze tengu eigenlijk leden van de Minamoto clan zijn, die de jonge meester voorbereiden op zijn toekomstige taak, namelijk meehelpen de macht weer in handen te krijgen. Ook wordt gesuggereerd dat Sōjōbō niemand anders is dan de zwaardmeester en voormalige hoofdpriester van de Kurama tempel, die zich vermomt als tengu om niet herkent te worden. Wie die geheimzinnige tengu nu werkelijk zijn prikkelt de nieuwsgierigheid en fantasie zodanig, dat het een bron van inspiratie is voor kunstenaars, die er mooie afbeeldingen van hebben gemaakt.

In elk geval weet Yoshitsune te ontsnappen met medeneming van een bijzonder document, een rol waarop belangrijke krijgskundige informatie staat. Na verloop van tijd formuleert hij zelf zijn krijgskundige traditie, de Yoshitsune Ryu, en presenteert dit in zijn manuscript ‘tora no maki‘, letterlijk vertaalt: de (boek)rol van de tijger. Na heel wat veldslagen, waar Yoshitsune als aanvoerder een belangrijk aandeel in heeft, wordt de Genpei-oorlog tenslotte beslecht in het voordeel van de Minamoto clan. De Kamakura periode breekt aan en Yoritomo, de halfbroer van Yoshitsune, wordt de eerste shogun van Japan.

Houtsnede afdruk gemaakt omstreeks 1852 door Utagawa Kuniyoshi, met als titel ‘het vijftigste station: Itahana – Onzōshi Ushiwakamaru’. Uit de serie de negenenzestig stations van de Kisokaidō (route). De beroemde krijger Minamoto no Yoshitsune leert als jongen het zwaardvechten van tengu. In deze afbeelding is te zien dat hij tijdens een training met twee karasu tengu flink van zich afbijt. Beide tengu pakken hun neus in pijn vast. Het is een grappige verwijzing naar de plaatsnaam Itahana; de karakters zijn een combinatie van itai en hana, wat respectievelijk de uitroep ‘auw’ en mijn ‘neus’ betekent.

 

Een eigentijdse interpretatie van het verhaal, met een grote mate van vrijheid, door de Japanse kunstenaar Takeda Hideo.
Een eigentijdse interpretatie van het verhaal, met een grote mate van vrijheid, door de Japanse kunstenaar Takeda Hideo.

Referenties
Boeken.
Heike monogatari; the tale of the Heike. Translated bij Tyler, Royall (2014). Penguin Classics, USA.
Knutsen, Roald (2011). Tengu: the shamanic and esoteric origins of the Japanese martial arts.
Lowry, Dave (2014). Persimmon Wind: A Martial Artist’s Journey in Japan.
Mol, Serge (2010). Classical swordsmanship of Japan: a comprehensive guide to kenjutsu and iaijutsu.
Munenori, Yagyu (1632). The life-giving sword: Secret teachings from the house of the shogun. Translated by William Scott Wilson (2003).

Internet.
Japanese Buddhist Statuary: Tengu
http://www.onmarkproductions.com /html/tengu.shtml
Wikipedia: Tengu https://en.wikipedia.org/wiki/Tengu
Wikipedia: Sojobo + Yoshitsune
https://en.wikipedia.org/wiki/ Sōjōbō.jpg

https://en.wikipedia.org/wiki/ Minamoto_no_Yoshitsune

Diverse.
Museum Volkenkunde Leiden: tentoonstelling 2016, Japanse helden.
Japan Museum Siebolt Leiden: tentoonstelling 2016, Takeda Hideo.